Dag 6 en 7 - 11 en 12 juni 2019

Dag 6 – 11 juni 2019
We verlaten het oude klooster waar we twee nachten hebben overnacht. We rijden in een paar uur naar de warmwaterbronnen. Onderweg stoppen we nog bij wat fruitkraampjes en nemen foto’s van de vulkaan met een hoogte van 2150 mtr. Rond lunchtijd komen we bij Soa, een complex met natuurlijke warmwaterbronnen. Hier kunnen we lekker even poedelen. Als je instapt in het warme water lopen toch door de warmte even de rillingen over je lijf. We rijden door naar Bajawa op een hoogte van 1200 mtr. Het is hier een stuk koeler, maar voor de verandering wel even lekker.

Dag 7 – 12 juni 2019
We vertrekken rond 08.00 uur om een wandeling te maken naar twee dorpjes. We worden afgezet bij een bamboebos en onze gids Johannes vertelt ons hoe snel bamboe groeit en hoe hoog bamboe kan worden. De lokale bevolking weet precies wanneer de bamboe klaar is om te oogsten. Het wordt voor de daken van huizen gebruikt en ook voor de muren aan de buitenkant. We lopen verder richting het eerste dorp. De huizen zijn opgetrokken uit hout en de daken zijn van bamboebladeren. Vroeger had iedere Clan een eigen dorp en dorpshoofd. Nu wonen er meerdere Clans bij elkaar in het dorp en hebben ze een keurige verdeling gemaakt waar ieder zijn huis mag bouwen. In dit dorp weven de vrouwen sjaals en doeken en hopen aan de toeristen iets te verkopen. Ze hebben ook mooi bewerkte schaaltjes van bamboe. Vanaf hier gaan we verder lopen richting het volgende dorp.
Omdat het hier regelmatig regent is alles prachtig groen. We zitten op een hoogte van 1200 mtr. en daardoor is de temperatuur erg aangenaam. Van het wandelen krijgen wij het al snel warm en bij mij lopen de zweetdruppels langs mijn hoofd naar beneden. Soms lopen wij via haarspeldbochten langs de berg en dan loopt het pad weer behoorlijk steil naar beneden. Het zijn vooral de klei-achtige gedeeltes die verraderlijk glad zijn. Maar ja niet zeuren en gewoon verder glibberen. Bij het volgende dorp ziet alles er echt heel netjes uit. Ook de honden mogen hier gewoon lekker met elkaar ravotten en los rondlopen, terwijl in het vorige dorp de honden aan een korte ketting waren gebonden. Het valt allemaal niet te vergelijken met Nederland en soms is het best triest om te zien hoe ze hier met beesten omgaan. Johannes vertelt ons over de betekenis van de gekleurde tekeningen op het houtwerk van het huis en kwebbelt er vrolijk op los. De vrouwen kauwen hier op betelnoten en hierdoor krijgen zij een rode substantie in hun mond. Hun tanden worden hierdoor rood gekleurd. Omdat door het kauwen zij veel speeksel produceren spugen zij soms van die grote rode flatsen op de grond. Allemaal niet erg smakelijk, maar zij vinden het lekker en zijn trots op hun rode tanden. Hierna vervolgen wij onze tocht. De gids zei vanochtend nog: eerst een halfuurtje naar het ene dorp en dan nog een halfuurtje naar het tweede dorp en tenslotte nog een klein stukje naar de bus en dan is het klaar. Zoals ik al eerder zei die halfuurtjes van de gids moet je dus met een korreltje zout nemen. Wij zijn blij dat we om 15.00 uur aan de lunch zitten in het dorp.